Nieuwsbrief

MKB-Nieuwsbrief 06/2023 Let op! Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKBNieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 5 juni 2023, 20:00 uur. Wet toekomst pensioenen definitief! De Wet toekomst pensioenen is op 30 mei definitief geworden. De Eerste Kamer stemde in grote meerderheid voor. Ingangsdatum De wet gaat per 1 juli 2023 in, maar er geldt wel een overgangsregime voor bestaande pensioenregelingen tot 2028 (dat was in het wetsvoorstel eerst nog 2027). Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige pensioenstelsel zijn: 1. Alle pensioenregelingen worden premieovereenkomsten, met een flatratepremie eenzelfde premie voor iedere werknemer, ongeacht de leeftijd) van maximaal 30%. Uiterlijk derhalve per 2028, eerder mag. 2. Bestaande beschikbare premieregelingen met een stijgende staffel mogen in stand blijven voor alle werknemers die per 1 januari 2028 al in dienst zijn. Nieuwe werknemers krijgen vanaf die datum wel een flatratepremie. 3. Er moet adequaat gecompenseerd worden voor werknemers die er mogelijk op achteruitgaan. Dit is globaal de groep 45-68 jaar. Wat precies adequaat is, is niet vastgelegd en zal derhalve uitonderhandeld moeten worden per werkgever. De compensatie mag in extra pensioen (de flatrate wordt daartoe 33% tot 2037) of via extra salaris. In geval van extra pensioen geldt dat ook voor nieuwe werknemers gedurende de compensatieperiode. 4. Pensioenfondsen mogen kiezen tussen de solidaire premieovereenkomst of de flexibele premieovereenkomst (doorbeleggen). De eerste voorziet onder andere in beschermingsrendement voor gepensioneerden en mag een buffer kennen van 15% van het pensioenvermogen om mogelijke verlagingen van ingegane pensioenen op te vangen. 5. Opgebouwde (middel- of eindloon)pensioenen bij een verzekeraar mogen gewoon in stand blijven. Lopende middelloonregelingen mogen nog tot 2028 omgezet worden in een stijgende, beschikbare premiestaffel (die dan weer voortgezet mag worden voor zittende werknemers). 6. Het partnerpensioen wordt gestandaardiseerd en mag maximaal 50% van het salaris bedragen en wordt per definitie op risicobasis verzekerd. 7. De mogelijkheid om 10% op de pensioeningangsdatum in één keer uit te laten keren (dit was al wet), gaat waarschijnlijk per 2024 in. Deze uitkering wordt dan belast in het jaar volgend op de AOW-ingang als de uitkering in het eerste jaar waarin AOW wordt ontvangen, wordt genoten. Op die manier hoeft daarover geen AOW-premie betaald te worden. 8. De lijfrenteaftrek gaat ook naar 30% (nu 13,3%) en de tijdelijke oudedagslijfrente blijft bestaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5