Nieuwsbrief

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 15 NIEUWSBERICHTEN Afkoop oudedagsverplichting met minder revisierente In het verleden bestond de mogelijkheid om uw pensioen in eigen beheer (PEB) om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Bij afkoop van zo’n ODV betaalt u belasting en in beginsel ook nog 20% revisierente. Door de ODV eerst om te zetten in een lijfrente en daarna de lijfrente af te kopen, kunt u deze revisierente (voor het grootste deel) voorkomen. De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze route op dit moment mogelijk is op grond van de wet. Uiteraard is niet uit te sluiten dat deze route in de toekomst alsnog door nieuwe wetgeving wordt uitgesloten. En let op, de wetgeving en voorwaarden van de regelingen zijn niet eenvoudig en stringent. Neem voor meer informatie over uw mogelijkheden daarom contact met ons op. Aftrek vervoerkosten bij ziekte gewijzigd vanaf 2025 Vervoerskosten gemaakt i.v.m. ziekte kunnen onder voorwaarden als ziektekosten in aftrek worden gebracht in de inkomstenbelasting. Het kabinet heeft een aantal wijzigingen hierin voorgesteld. Zo kunt u de vervoerskosten met eigen vervoer voor bijvoorbeeld het bezoeken van een medisch hulpverlener of de apotheek nu nog in aanmerking nemen tegen de werkelijke autokosten, maar is het voorstel om hiervoor vanaf 2025 € 0,23 per kilometer te laten gelden. Verder gaat voor de extra vervoerskosten van ernstig zieken en invaliden vanaf 2025 de nieuwe voorwaarde gelden dat de zieke niet meer dan 100 meter lopend af kan leggen. Daarnaast gaat voor deze extra vervoerskosten een vast bedrag van € 925 gelden. Tot slot komt u vanaf 2025 in aanmerking voor aftrek van vervoerskosten voor het bezoeken van een huisgenoot in een ziekenhuis of zorginstelling als u bij aanvang van de verpleging een gemeenschappelijke huishouding met de zieke voerde. In 2024 is de voorwaarde nog bij aanvang van de ziekte. Let op: dit voorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Btw-herziening investeringsdiensten van minimaal € 30.000 Voor investeringen in roerende en onroerende goederen bestaat een btwherzieningsregeling, waarbij herziening in werking treedt bij gewijzigd gebruik in de verhouding btw-belaste/btw-vrijgestelde prestaties. Op Prinsjesdag 2024 is een vergelijkbare btw-herzieningsregeling vanaf 2026 voorgesteld voor investeringsdiensten van minimaal € 30.000 (exclusief btw) aan onroerende zaken. Het gaat om investeringsdiensten die onroerende zaken meerjarig dienen. U moet dan denken aan het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van onroerende zaken. Om geraakt te worden door de btwherzieningsregeling, moet de investeringsdienst wel minimaal € 30.000 (exclusief btw) bedragen. Die beoordeling vindt plaats per afzonderlijke dienst. De voorgestelde regeling zal met name situaties raken waarin onroerende zaken fors verbouwd worden tot woningen en waarbij de volledige btw in aftrek wordt gebracht, omdat de woningen na de verbouwing voor een korte periode btw-belast verhuurd worden. Als diezelfde woningen daarna btw-vrijgesteld verhuurd worden, wordt die btw-aftrek op dit moment niet herzien. Dat gaat dus veranderen als het voorstel wordt aangenomen. Neemt u dit soort investeringsdiensten echter vóór 1 januari 2026 in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de voorgestelde regeling. SPRILA-subsidies op onderdelen nog mogelijk Ondernemers die op eigen terrein of op gehuurd terrein een infrastructuur aanleggen voor het laden van elektrische voertuigen, konden vanaf 24 september 2024 SPRILA-subsidie aanvragen. De budgetten voor de onderdelen advies voor en aanleg van laadinfrastructuur voor DC-laadstations en investeringen in een stationaire batterij zijn al overtekend. Dat geldt niet voor ov-concessiehouders of touringcarbedrijven, zij kunnen voor deze onderdelen nog wel SPRILA-subsidie

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5