Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Nr. 3 2025

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 2 2019 Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, alsmede voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van dit schrijven, aanvaarden de auteur, redactie en de uitgever geen aansprakelijkheid. Volendam Kantooradres: postadres: telefoon: fax: e-mail: internet: Julianaweg 190a Postbus 145, 1130 AC Volendam (0299) 65 70 60 (0299) 65 23 73 info@nbcvanroemburg.nl www.nbcvanroemburg.nl

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 3 Inhoudsopgave MASSAALBEZWAARPROCEDURE VOOR BELASTINGRENTE VPB ..................................... 4 BELASTINGRENTE VPB IN STRIJD MET EVENREDIGHEIDSBEGINSEL ...................................................... 4 AANWIJZING MASSAAL BEZWAAR ............................................................................................ 4 WEL TIJDIG BEZWAAR MAKEN!............................................................................................... 4 BELASTINGRENTE ANDERE BELASTINGEN ................................................................................... 4 ANDERE WERKWIJZE BIJ VOORLOPIGE AANSLAGEN ........................................................................ 5 MEER INFORMATIE ............................................................................................................. 5 HOGE RAAD GEEFT ANTWOORD OVER EXTERN ONDERNEMERSCHAP............................ 6 WAAR MOET OP WORDEN GELET? ........................................................................................... 6 GEEN RANGORDE .............................................................................................................. 6 ONDERNEMERSCHAP .......................................................................................................... 6 GERECHTSHOF NU AAN ZET .................................................................................................. 6 NAHEFFING BTW BIJ ‘ABNORMAAL LAGE’ PRIJS AUTO OF NIET? ................................. 7 AANKOOP VIA VERKAPT DIVIDEND ........................................................................................... 7 GERECHTSHOVEN OORDELEN VERSCHILLEND .............................................................................. 7 WANNEER MISBRUIK VAN RECHT? ........................................................................................... 7 GERECHTSHOF AMSTERDAM: MISBRUIK VAN RECHT ...................................................................... 7 GERECHTSHOF ’S-HERTOGENBOSCH: GÉÉN MISBRUIK VAN RECHT ..................................................... 7 WACHTEN OP UITSPRAAK HOGE RAAD ...................................................................................... 8 AOF-PREMIE AL JAREN TE HOOG? ................................................................................ 9 AOF-PREMIE .................................................................................................................... 9 PREMIE TE HOOG?............................................................................................................. 9 INITIATIEF ...................................................................................................................... 9 TEGENGELUIDEN ............................................................................................................... 9 WAT NU? ....................................................................................................................... 9 NIEUWSBERICHTEN.................................................................................................... 10 VANAF 10 MAART NIEUWE SLIM-SCHOLINGSSUBSIDIE ................................................................ 10 BTW-SUPPLETIE 2024 VÓÓR 1 APRIL 2025 ............................................................................ 10 CONTROLEER DE VOORLOPIGE BEREKENING WTL 2024................................................................ 10 FOUTEN IN VOORAF INGEVULDE AANGIFTE IB 2022 EN 2023 ........................................................ 10 AFBOUW INHOUDING HUISVESTING OP MINIMUMLOON ................................................................. 11 UITZENDBUREAUS STRAKS VERANTWOORDELIJK VOOR GOEDE REGISTRATIE ARBEIDSMIGRANTEN ............... 11

www.nbcvanroemburg.nl 4 MKB-nieuwsbrief 03/2025 Let op! Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKBnieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 17 maart 2025, 20:00 uur. Massaalbezwaarprocedure voor belastingrente Vpb Bezwaren tegen de belastingrente op aanslagen vennootschapsbelasting zijn aangewezen als massaal bezwaar. Het blijft wel noodzakelijk om tijdig een bezwaarschrift in te dienen. Belastingrente Vpb in strijd met evenredigheidsbeginsel Rechtbank Noord-Nederland oordeelde op 7 november 2024 dat de belastingrente die de Belastingdienst berekent over aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Naar aanleiding van deze uitspraak zijn veel bezwaarschriften tegen de belastingrente bij de Belastingdienst binnengekomen. Aanwijzing massaal bezwaar Om te zorgen voor een efficiënte en eenduidige afhandeling van deze bezwaarschriften heeft de staatssecretaris van Financiën (bij besluit van 7 februari 2025) de bezwaren tegen de vanaf 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de Vpb aangewezen als massaal bezwaar. Dit betekent dat de Belastingdienst nu nog geen uitspraak doet op deze bezwaren, maar deze aanhoudt. De staatssecretaris heeft sprongcassatie – dit betekent dat het hoger beroep bij een gerechtshof wordt overgeslagen – tegen de uitspraak van Rechtbank NoordNederland ingesteld. Na de uitspraak van de Hoge Raad doet de Belastingdienst één gezamenlijke collectieve uitspraak op alle bezwaren. Wel tijdig bezwaar maken! Voorwaarde om te vallen onder het massaal bezwaar is dat u tijdig, dat wil zeggen binnen zes weken na dagtekening van de aanslag, bezwaar maakt tegen de belastingrente. U kunt nu dus niet achteroverleunen en de uitspraak van de Hoge Raad afwachten, maar u moet bij een aanslag met belastingrente wel in actie komen. Let op! Maakte u bezwaar, maar deed de Belastingdienst al vóór 7 februari 2025 uitspraak op dit bezwaar? Dan valt u niet onder het massaal bezwaar. U moet dan in beroep bij de rechtbank om uw rechten veilig te stellen. Zijn in uw bezwaar ook nog andere bezwaren opgenomen dan de belastingrente, dan doet de Belastingdienst op die andere bezwaren wel al een uitspraak. Wijst de Belastingdienst deze andere bezwaren (gedeeltelijk) af, dan kunt u in beroep bij de rechtbank. Belastingrente andere belastingen De aanwijzing massaal bezwaar geldt ook voor bezwaren tegen in rekening gebrachte belastingrente voor de bronbelasting, de solidariteitsbijdrage, de minimumbelasting en het winstaandeel. Let op! Voor belastingrente voor alle andere belastingen geldt de aanwijzing massaal bezwaar echter niet. Bezwaren tegen de belastingrente op bijvoorbeeld een aanslag inkomstenbelasting houdt de Belastingdienst dus niet aan.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 5 Andere werkwijze bij voorlopige aanslagen Is op een voorlopige aanslag Vpb belastingrente berekend, dan geldt een andere werkwijze. Tegen de belastingrente op een voorlopige aanslag kunt u namelijk niet rechtstreeks in bezwaar. U moet eerst een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag indienen. De Belastingdienst wijst dit verzoek dan af en daartegen kunt u in bezwaar. Als dit bezwaar tijdig is gedaan, valt dit in de massaalbezwaarprocedure. Let op! U kunt niet volstaan met alleen een bezwaar tegen de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag verrekend wordt. Als u dat doet, loopt de belastingrente die berekend is op de voorlopige aanslag namelijk niet in het bezwaar mee. U moet dus altijd ook een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag doen en tegen de afwijzing daarvan bezwaar maken. Meer informatie Neem voor meer informatie over de massaalbezwaarprocedure en wat aansluiting daarbij voor uw situatie betekent, contact op met onze adviseurs. Zij kunnen samen met u bespreken wat in uw situatie raadzaam is.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 6 Hoge Raad geeft antwoord over extern ondernemerschap In het Deliveroo-arrest sprak de Hoge Raad zich al uit over de vraag wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst. In de Uber-zaak gaf de Hoge Raad onlangs antwoord op prejudiciële vragen over het gezichtspunt ‘ondernemerschap’. Waar moet op worden gelet? De Hoge Raad gaf in het Deliveroo-arrest al aan dat gekeken moet worden naar diverse omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang. Het gaat dus om een zogeheten holistische toets, waarbij de bedoeling van partijen niet van belang is. Het gaat daarbij om: 1. de aard en duur van de werkzaamheden; 2. de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald; 3. de inbedding van het werk en van degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht; 4. het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren; 5. de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen; 6. de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd; 7. de hoogte van deze beloningen; 8. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt; 9. de vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich als ondernemer gedraagt, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers en de duur van de opdrachten. Geen rangorde De Hoge Raad heeft in genoemd Deliveroo-arrest geen rangorde aangebracht in voornoemde omstandigheden. De Hoge Raad ziet nu in de recente Uber-zaak evenmin reden voor het aanbrengen van een rangorde. Niet één aspect is dus bepalend. Bijvoorbeeld: zelfs als iemand zich vrijelijk mag laten vervangen door een ander, wat duidt op zelfstandigheid, kan het vanwege alle andere aspecten nog steeds een arbeidsovereenkomst zijn. Ondernemerschap De Hoge Raad antwoordt in de Uber-zaak dat dit in de praktijk kan betekenen dat hetzelfde werk, voor dezelfde opdrachtgever, voor iemand met ‘ondernemerschap’ geen arbeidsovereenkomst is, en voor iemand zonder ondernemerschap wel. De Hoge Raad antwoordt in de Uber-zaak ook dat het begrip ondernemerschap ziet op de algemene (ondernemers)situatie van de werkende. Het beperkt zich dus niet tot specifieke omstandigheden bij een opdracht, maar kan ook betrekking hebben op omstandigheden buiten de specifieke verhouding tussen de werkende en zijn opdrachtgever. Gerechtshof nu aan zet Nu de Hoge Raad de prejudiciële vragen beantwoord heeft, is het gerechtshof aan zet om te oordelen wat dit betekent voor de werkenden in de Uber-zaak. Het gerechtshof zou daarbij tot het oordeel kunnen komen dat de ene chauffeur een arbeidsovereenkomst heeft, terwijl de andere chauffeur dat niet heeft. Of het gerechtshof tot dat oordeel komt, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden en de holistische toets die het gerechtshof daarbij moet toepassen.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 7 Naheffing btw bij ‘abnormaal lage’ prijs auto of niet? Als een bv een auto aan zijn dga verkoopt, moet dit voor de dividendbelasting/inkomstenbelasting tegen de werkelijke waarde van de auto. Voor de btw ligt dit anders. Ligt het verkoopbedrag voor de btw echter onder de werkelijke waarde van de auto, dan kan in bepaalde gevallen een naheffing btw volgen. Of dit gebeurt, is niet zeker, maar hangt af van de vraag of sprake is van misbruik van recht. Twee gerechtshoven en een rechtbank oordeelden hier verschillend over. Aankoop via verkapt dividend In een zaak voor Gerechtshof Amsterdam nam een dga de auto van zijn bv over tegen een prijs van € 15.000, terwijl de waarde van de auto € 75.000 bedroeg. Voor de rest van de waarde werd voor de dividendbelasting verkapt dividend in aanmerking genomen. De bv berekende alleen btw over € 15.000, maar de Belastingdienst legde aan de bv een naheffingsaanslag btw op over het meerdere van € 60.000. In een andere zaak voor Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch werd een auto met een waarde van € 29.750 aan de dga verkocht voor € 2.624. Ook nu werd voor de rest (€ 27.126) van de waarde verkapt dividend in aanmerking genomen voor de dividendbelasting. De bv droeg over € 29.750 btw af, maar ging tegen de btwafdracht over € 27.126 in bezwaar. Gerechtshoven oordelen verschillend Op de vraag of over de werkelijke waarde of over de lagere overeengekomen prijs btw moest worden afgedragen, kwamen de gerechtshoven niet tot hetzelfde oordeel. Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat in de casus die daar voorlag sprake was van misbruik van recht en stelde de Belastingdienst in het gelijk. Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch vond dat er in de casus die daar voorlag, geen sprake was van misbruik van recht en stelde de bv in het gelijk. Wanneer misbruik van recht? Misbruik van recht kan worden aangenomen als in strijd met doel en strekking van de wet een belastingvoordeel wordt behaald én het doel van de transactie waarmee dit voordeel wordt behaald ook is om dit voordeel te behalen. Als er een ander wezenlijk doel is, zal niet snel sprake zijn van misbruik van recht, ook niet als daarbij toch een belastingvoordeel wordt behaald. Gerechtshof Amsterdam: misbruik van recht Gerechtshof Amsterdam vond dat in de voorliggende casus aan deze definitie was voldaan. De zakelijke motieven die de bv bij het gerechtshof aanvoerde, verklaarden niet waarom de auto tegen een abnormaal lage vergoeding was verkocht. Naar het oordeel van het gerechtshof was het doel van de transactie dan ook gelegen in het belastingvoordeel van de lagere btw voor de dga. In deze casus speelde mee dat tussen de aankoop van de auto door de bv en de verkoop aan de dga tegen de lage vergoeding slechts een paar maanden gelegen was. Daarnaast verkocht de bv ook in latere jaren nog verschillende auto’s binnen korte tijd na aankoop aan de dga voor telkens een abnormaal lage vergoeding. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch: géén misbruik van recht Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch vond dat in de voorliggende casus geen sprake was van misbruik van recht. De stelling van de Belastingdienst dat de auto overgedragen was tegen een abnormaal lage vergoeding was hiervoor onvoldoende. In die casus had de bv eind 2015 de auto gekocht en eind 2020 (vijf jaar later dus) verkocht aan de dga. Het hoofddoel van de verkoop was volgens de bv de toekomstige stijging van het bijtellingspercentage in de loonheffing, waardoor het niet langer aantrekkelijk was om de auto in de bv aan te houden. De Belastingdienst kon ook niet aannemelijk maken dat het btw-belastingvoordeel het hoofddoel was.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 8 Let op! Rechtbank Noord-Nederland heeft in een soortgelijke casus ook geoordeeld dat geen sprake was van misbruik van recht. In die casus had de bv als doel van de verkoop gegeven dat het afschrijvingspotentieel van de auto bereikt was en de fiscale bijtelling een aanzienlijke last voor de dga vormde. De rechtbank achtte deze verklaring geloofwaardig en oordeelde daarom dat het wezenlijke doel van de verkoop van de auto niet het besparen van btw was. Wachten op uitspraak Hoge Raad Het wachten is nu op de Hoge Raad. In ieder geval tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam is beroep in cassatie ingesteld. We houden u uiteraard op de hoogte.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 9 Aof-premie al jaren te hoog? In de media klinken geluiden dat werkgevers al jarenlang te veel Aof-premie zouden betalen. Wat speelt hier? Aof-premie Als werkgever betaalt u Aof-premie, een premie voor het arbeidsongeschiktheidsfonds, aan de Belastingdienst. Het UWV financiert uit dit arbeidsongeschiktheidsfonds een aantal werknemersverzekeringen, zoals de WAO en ZW-uitkeringen. Premie te hoog? In de media klinken geluiden dat werkgevers al jarenlang te veel Aof-premie betalen. Het arbeidsongeschiktheidsfonds zou gebaseerd zijn op een omslagstelsel. Een omslagstelsel houdt in dat de hoogte van de premie afhankelijk is van de verwachte uitgaven die uit het fonds gedaan moeten worden. Er zouden dan eigenlijk geen structurele overschotten in het fonds aanwezig mogen zijn, maar geschat wordt dat het arbeidsongeschiktheidsfonds eind 2025 een vermogen heeft van € 40 miljard. Initiatief Er is een initiatief gestart om in een collectieve actie de mogelijk te veel betaalde Aof-premie terug te vorderen van de Belastingdienst. De initiatiefnemers stellen dat ruim 20% van de betaalde Aof-premie onterecht is. Tegengeluiden Zowel het UWV als het Ministerie van SZW geeft aan dat de Aof-premie niet te hoog is. Uit berichtgeving van De Telegraaf volgt dat het UWV stelt dat geen sprake is van een omslagstelsel, maar dat de Staat eind jaren negentig van de vorige eeuw al is overgegaan naar een ander stelsel. Een hoogleraar Fiscale Economie twijfelt of dit zo is, aldus De Telegraaf. De Telegraaf meldt ook dat het Ministerie van SZW aangeeft dat het arbeidsongeschiktheidsfonds ook gebruikt mag worden om andere gaten te vullen. Zo is de premie bijvoorbeeld in 2025 ook omhooggegaan om de geschrapte btw-verhoging op cultuur te dekken. Wat nu? Vraag is nu of het verstandig is om aan te sluiten bij dit initiatief. Dit is een afweging die u zelf moet maken. Als u daarover twijfelt, neem dan contact met onze adviseurs op, zodat u daarna een weloverwogen beslissing kunt nemen. Let op! Weet wel dat de initiatiefnemers een bijdrage vragen voor het aansluiten bij hun initiatief. Het is dus niet kosteloos en de kans op succes is uiteraard niet gegarandeerd. Wilt u dat onze adviseurs een procedure starten, dan kan dat uiteraard ook, maar ook daar zijn kosten aan verbonden.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 10 NIEUWSBERICHTEN Vanaf 10 maart nieuwe SLIM-scholingssubsidie Werkgevers kunnen vanaf 10 maart tot en met 30 juni 2025 en vanaf 1 juli tot en met 10 november 2025 de nieuwe SLIM-scholingssubsidie aanvragen voor huidige en nieuwe werknemers via het subsidieportaal Uitvoering Van Beleid. Ook geregistreerde gastouderbureaus kunnen subsidie aanvragen voor nieuwe of huidige gastouders. De subsidie is bedoeld voor de volgende sectoren: hoveniers en groenvoorziening, kinderopvang, techniek, bouw en energie en zorg en welzijn. De scholing moet onderdeel uitmaken van een functie of specialisatie uit een van de (momenteel) twaalf zogenaamde Ontwikkelpaden die gepubliceerd zijn op Rijksoverheid.nl. De hoogte van de subsidie is te vinden in de gepubliceerde Ontwikkelpaden en is afhankelijk van het NLQF-niveau. Bij niveau 1, 2 of 3 bedraagt de subsidie 90% van de kosten voor scholing, bij niveau 4 40%. Meer informatie over de subsidie, de voorwaarden en het aanvragen ervan vindt u op de website Uitvoering Van Beleid van SZW. Btw-suppletie 2024 vóór 1 april 2025 In 2024 te weinig aangegeven en afgedragen btw bent u verplicht te corrigeren met een btw-suppletie. Als deze btw-suppletie vóór 1 april 2025 bij de Belastingdienst binnen is, berekent de Belastingdienst geen belastingrente (in 2025 6,5%!). Is de btw-suppletie 2024 niet vóór 1 april 2025 bij de Belastingdienst binnen, dan berekent de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 6,5% belastingrente. Is het te suppleren btw-bedrag € 1.000 of minder, dan verwerkt u dit in uw eerstvolgende btw-aangifte en dient u geen btw-suppletie in. Om een vergrijpboete te voorkomen, kan indienen van de btw-suppletie al op een eerder moment nodig zijn. Vanaf 2025 moet u daarvoor namelijk binnen acht weken nadat u constateert dat u een btwsuppletie moet doen, deze ook indienen. Verder geldt dat u de btw-suppletie moet indienen voordat u weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Belastingdienst al bekend was of zou worden met de te weinig aangegeven of afgedragen btw. Controleer de voorlopige berekening Wtl 2024 Had u in 2024 recht op een loonkostenvoordeel (LKV) of het lage inkomensvoordeel (LIV), dan wordt dit in 2025 uitbetaald. Uiterlijk 15 maart 2025 ontving u van het UWV een voorlopige berekening Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2024. U kunt daarop zien voor welke werknemer(s) u volgens het UWV recht heeft op LIV en LKV 2024 en voor welke bedragen. Controleer deze goed (of laat dit doen door een van onze adviseurs). Kloppen bijvoorbeeld de verloonde uren van de werknemers? Een fout in de voorlopige berekening LIV en/of LKV als gevolg van een fout in uw aangifte loonheffingen moet vóór 1 mei 2025 gecorrigeerd worden met een correctiebericht. Klopt de berekening niet, maar zijn uw aangiften loonheffingen juist, dan moet telefonisch contact worden opgenomen met het UWV. Als u ten onrechte nog geen voorlopige berekening Wtl 2024 heeft ontvangen, neem dan telefonisch contact op met het UWV. Fouten in vooraf ingevulde aangifte IB 2022 en 2023 De Belastingdienst meldt dat in de vooraf ingevulde aangifte (VIA) inkomstenbelasting (IB) 2022 en 2023 onjuiste wisselkoersen gebruikt kunnen zijn. Hierdoor zijn mogelijk een verkeerde verrekenbare buitenlandse bronbelasting of verkeerde saldi van buitenlandse bank-, spaar- en beleggingsrekeningen in uw aangifte IB 2022 en/of 2023 verwerkt. Heeft u een (belasting)voordeel van het gebruik van de onjuiste wisselkoersen, dan hoeft u niet in actie te komen en mag u dit van de Belastingdienst houden. U hoeft ook niet in actie te komen als een nieuwe aangifte IB zou leiden tot een teruggaaf van maximaal € 15. De Belastingdienst gaat aan alle 41.840 burgers die dit betreft automatisch een bedrag

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 11 van € 15 overmaken. Behoort u tot de 899 burgers bij wie het nadeel groter is dan € 15, dan ontving of ontvangt u van de Belastingdienst een brief. In de brief staat het bedrag dat in de VIA was opgenomen én het juiste bedrag. U kunt dan (laten) controleren of een nieuwe aangifte IB nodig is en deze, zo nodig, (laten) indienen. Afbouw inhouding huisvesting op minimumloon Werkgevers mogen nu nog voor de kosten van huisvesting van een werknemer maximaal 25% van het minimumloon inhouden op het wettelijke minimumloon van die werknemer. Het kabinet wil dit percentage vanaf 2026 jaarlijks met 5% verlagen. In 2026 mag een werkgever dan nog maximaal 20% van het minimumloon inhouden, in 2027 maximaal 15%, in 2028 maximaal 10% en in 2029 maximaal 5%. Vanaf 2030 is het verboden om kosten van huisvesting in te houden op het minimumloon. Het wordt niet verboden om de huisvesting voor een werknemer te verzorgen, maar alleen om de kosten in te houden op het minimumloon. Werkgevers kunnen straks hun werknemers bijvoorbeeld wel een huurcontract bieden, waarbij de werknemer zelf de betaling doet. Het afbouwen en afschaffen van de regeling is onderdeel van maatregelen om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren. Uitzendbureaus straks verantwoordelijk voor goede registratie arbeidsmigranten Arbeidsmigranten die langer dan vier maanden in Nederland willen blijven, moeten zich binnen vijf dagen na aankomst als ingezetene laten inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) in de gemeente waar ze gaan wonen. Bij een korter verblijf kunnen zij zich inschrijven bij een Registratie Niet Ingezetenen (RNI-)loket. Op dit moment zijn alleen de arbeidsmigranten zelf verantwoordelijk voor hun inschrijving, met als gevolg dat veel arbeidsmigranten niet correct staan ingeschreven. Als het aan de minister van SZW ligt, worden ook uitzendbureaus straks verantwoordelijk voor een goede inschrijving. De verantwoordelijkheid van de werkgever gaat bestaan uit onder meer ondersteuning bij inschrijving in de BRP bij aanvang van het dienstverband en nagaan of de arbeidsmigrant daadwerkelijk staat ingeschreven.

NBC/Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 12 Volendam Kantooradres: postadres: telefoon: fax: e-mail: internet: Julianaweg 190a Postbus 145, 1130 AC Volendam (0299) 65 70 60 (0299) 65 23 73 info@nbcvanroemburg.nl www.nbcvanroemburg.nl

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5