Eindejaarstips 2024

NBC/Van Roemburg & Partners Eindejaarstips 2024 www.nbcvanroemburg.nl 10 Bespaar belasting in box 3 en voorkom belastingrente Controleer uw voorlopige aanslag 2024. Is de aanslag te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. Als u ervoor zorgt dat u uw voorlopige aanslag nog in 2024 betaalt, leidt dat tot een lager vermogen per 1 januari 2025 en bespaart u mogelijk belasting. In box 3 levert dit vooral een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Ook rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2025 een rente van 7,5% over uw aanslag 2024. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom deze hoge belastingrente dus en controleer of uw voorlopige aanslag 2024 juist is. De Belastingrente daalt per 2025 waarschijnlijk naar 6,5%. Tip! Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als uw voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kunt u niet ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag. Als u de aanslag meer dan acht weken vóór het einde van het jaar aanvraagt en de Belastingdienst slaagt er niet in de aanslag tijdig op te leggen zodat u nog dit jaar kunt betalen, mag u op 1 januari toch rekening houden met deze belastingschuld. Kijk uit met peildatumarbitrage Onder het huidige box 3-systeem zijn er drie inkomenscategorieën met elk hun eigen fictieve rendement: • Bank- en spaartegoeden: 1,03% (voorlopig) • Overige bezittingen: 6,04% • Schulden: -2,47% (voorlopig) De samenstelling van het vermogen – en daarmee de box 3-heffing – wordt eens per jaar, op 1 januari, vastgesteld. Door de verschillende rendementen op de verschillende categorieën is het aanlokkelijk om op de peildatum de samenstelling van het vermogen tijdelijk te wijzigen. Dat wordt peildatumarbitrage genoemd. Om dat tegen te gaan, is er antimisbruikwetgeving. Die ziet op twee verschillende situaties: - Overige bezittingen worden vóór 1 januari omgezet in banktegoeden en na 1 januari weer ingewisseld voor overige bezittingen (hoeft niet exact dezelfde soort bezitting te zijn); - Vóór 1 januari wordt een schuld aangegaan, het geld wordt op een bankrekening gezet en na 1 januari wordt de lening daarmee weer afgelost. Als tussen het heen en weer wisselen minder dan drie maanden verstrijkt, wordt de transactie die heeft plaatsgevonden vóór 1 januari geacht niet te hebben plaatsgevonden. Dit geldt niet als er een zakelijke reden kan worden aangetoond. Wees daarom bedacht op deze maatregel, want soms kan het onbedoeld plaatsvinden en vervelende consequenties hebben.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5