Eindejaarstips 2024

NBC/Van Roemburg & Partners Eindejaarstips 2024 www.nbcvanroemburg.nl 35 wijziging is dat buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting in Nederland de KOR niet meer kunnen toepassen. Vanaf 1 januari 2025 is het ook mogelijk de KOR aan te vragen voor EU-landen waar u zaken mee doet. U bepaalt zelf voor welke landen u de KOR aanvraagt. U hoeft daar dan ook geen btw-aangiftes te doen. Wel moet u ieder kwartaal aan de Nederlandse belastingdienst een overzicht verschaffen van de omzet die u in het kwartaal in de EU heeft behaald. Voor de EU-KOR is vereist dat uw hoofdvestiging in Nederland ligt. Uw omzet mag in alle EU-landen inclusief Nederland maximaal € 100.000 bedragen. Ook geldt voor de deelnemers de nationale omzetgrens van het EU-land waar ze de vrijstelling willen toepassen. In Nederland bedraagt deze dus € 20.000. Meldt u zich op tijd aan voor de One-Stop-Shop (OSS) Als u een webshop heeft of anderszins goederen of digitale diensten verkoopt aan particulieren in de EU, dan moet u bij het overschrijden van een totale EUomzetdrempel van € 10.000 de btw voldoen in de lidstaten van uw klanten. Deze regeling is op 1 juli 2021 ingegaan. Om te voorkomen dat u zich in de verschillende lidstaten moet registeren, bestaat de mogelijkheid de buitenlandse btw-aangifte(n) via het zogenaamde One-Stop-Shop-systeem in te dienen. U moet zich aanmelden bij de Belastingdienst. Met behulp van eHerkenning logt u daartoe in in de ondernemingsportal ‘Mijn Belastingdienst Zakelijk’. Doe dat tijdig. Raadzaam is om dat te doen voorafgaand aan het btw-tijdvak waarin u bijvoorbeeld de EUomzetdrempel overschrijdt. Voorbeeld: als u vanaf 1 januari 2025 gebruik wenst te maken van het nieuwe OSS-aangiftesysteem, raden wij u aan zich vóór 1 januari 2025 aan te melden bij de Belastingdienst. Houd de herzieningstermijn in de gaten Als u in de afgelopen tien jaar een onroerende zaak met btw heeft aangeschaft, let er dan op dat de in aftrek gebrachte btw in het jaar van ingebruikname en de negen opvolgende jaren in bepaalde gevallen moet worden gecorrigeerd. Dit is het geval als de verhouding van het gebruik van de onroerende zaak voor btw-belaste versus btw-vrijgestelde prestaties voor meer dan 10% is gewijzigd ten opzichte van het gebruik waarvan u uitging op het moment van aanschaf. Dit heeft tot gevolg dat u mogelijk btw moet terugbetalen of juist terugkrijgt van de Belastingdienst. Deze herzienings-btw geeft u op in de laatste btw-aangifte van het jaar. Let op! Ook voor roerende zaken waarop dient te worden afgeschreven, geldt een herzieningstermijn. De termijn hiervoor bedraagt echter het jaar van ingebruikname en de vier jaren erna. Nieuwe regeling herziening verbouwingsuitgaven vastgoed Btw op goederen en diensten die u gebruikt voor uw btw-belaste activiteiten mag u aftrekken. Dit aftrekrecht bepaalt u in het jaar van ingebruikname aan de hand van het feitelijk (on)belast gebruik. Bij bedrijfsmiddelen wordt het gebruik gedurende tien jaar (vastgoed) of vijf jaar (overige bedrijfsmiddelen) gevolgd. Gaat u in deze periode het bedrijfsmiddel anders belast gebruiken, dan moet u mogelijk een deel van de voorbelasting terugbetalen of krijgt u alsnog een aanvullend deel van de voorbelasting terug. Voor diensten geldt tot op heden zo’n volgperiode niet. Bij diensten, zoals verbouwingen waarmee geen nieuw goed ontstaat, volgt het aftrekrecht alleen uit het jaar van ingebruikname. Vanaf 2026 komt hierin verandering voor investeringsdiensten in vastgoed, zoals een verbouwing. Bij een investeringsdienst van minimaal € 30.000 moet u die voortaan ook vijf jaar volgen. Gewijzigd gebruik leidt dan mogelijk ook tot gedeeltelijke terugbetaling of een aanvullend aftrekrecht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5