Nieuwsbrief update special lonen

NBC /Van Roemburg & Partners Nieuwsbrief www.nbcvanroemburg.nl 31 Wat zegt de Hoge Raad? Volgens de Hoge Raad dient een werkgever in te stemmen met een voorstel van de werknemer om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toekenning van een vergoeding gelijk aan de transitievergoeding. Voor de hoogte van de vergoeding dient niet te worden aangesloten bij de hoogte van het bedrag dat de werkgever vanwege de compensatieregeling op het UWV kan verhalen. De werknemer dient wel reeds twee jaar arbeidsongeschikt te zijn, waarbij niet wordt verwacht dat de werknemer binnen 26 weken zal herstellen. De duur van het slapend dienstverband wordt niet meegerekend voor de berekening van de hoogte van de transitievergoeding, maar bepalend is het moment dat de werkgever de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid zelf had kunnen beëindigen. Uitzonderingen Op bovengenoemde regel geldt één uitzondering, namelijk indien de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Dit kan het geval zijn als er nog reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer zijn. Het op korte termijn bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nadat de werknemer een beëindigingsvoorstel heeft gedaan, geldt uitdrukkelijk niet als uitzondering. Risico-inventarisatie & -evaluatie De Inspectie SZW controleert bedrijven sinds dit jaar strenger op de aanwezigheid van een Risico-inventarisatie & - evaluatie (RI&E). Bij overtreding zal de inspectie bovendien direct een boete opleggen, die ook nog eens hoger is dan voorheen. Hogere boetes Het normbedrag voor de boete was eerst € 3.000 en is nu € 4.500 voor bedrijven met meer dan 500 werknemers. Naarmate het bedrijf kleiner is, wordt de boete ook lager. Een bedrijf met bijvoorbeeld 40 tot en met 99 werknemers betaalt bij overtreding een boete van 50% van € 4.500. Bovendien wordt elke organisatie die niet beschikt over een RI&E en dat wel zou moeten, als ‘overtreder met directe boete’ (ODB) bestempeld. De Inspectie SZW kan in zo’n geval direct een boete opleggen in plaats van eerst een eis of een waarschuwing. De boete op het ontbreken van een plan van aanpak of het niet tijdig nemen van de daarin genoemde maatregelen – onderdeel van de RI&E – stijgt van € 750 naar € 3.000. Ook strengere controle voor gevaarlijke stoffen De verhoging van het boetebedrag naar € 4.500 geldt ook voor de voorschriften in het Arbobesluit over het werken met gevaarlijke stoffen, waaronder kankerverwekkende stoffen en stoffen die voor de reproductie toxisch zijn. Deze boetes kunnen door de Inspectie SZW worden opgelegd indien er na een eis of waarschuwing geen verbetering is opgetreden, de zogenoemde ‘overige overtreding’ (OO). RI&E is wettelijk verplicht Het opstellen van een RI&E met bijbehorend plan van aanpak is wettelijk verplicht voor bedrijven met personeel, inclusief uitzendkrachten, stagiaires en vrijwilligers. Het is een praktisch hulpmiddel om in kaart te brengen welke risico’s uw werknemers lopen in de uitvoering van hun werk. In het bijbehorende plan van aanpak geeft u aan hoe u deze risico’s gaat aanpakken. De wet verplicht in de meeste gevallen ook dat uw RI&E door een gecertificeerde arbodienst of deskundige getoetst wordt. Er zijn ook uitzonderingen op de toetsingsverplichting. Werkgevers met maximaal 25 werknemers kunnen afzien van een deskundige bij het opstellen en evalueren van risico’s in hun bedrijf. Voorwaarde is wel dat de werkgever dan gebruikmaakt van een systeem met het volgende erkenningsicoontje voor het uitvoeren van een RI&E, dat afkomstig is van de branche: Geboorteverlof Partners kunnen vanaf 1 juli 2020 meer verlof krijgen bij de geboorte van een kind. In totaal gaat het dan om maximaal vijf extra weken, zodat het totale geboorteverlof maximaal zes weken kan bedragen. Het moet gaan om een kind dat is geboren op of na 1 juli 2020. Het verlof kan maar eenmalig worden aangevraagd. Uitkering Gedurende de maximaal vijf extra weken verlof heeft de partner recht op een uitkering van het UWV ter grootte van 70% van het (maximum)dagloon. Een werkgever kan deze uitkering aanvullen, maar is hier niet toe verplicht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5