Internationaal Van aanpassingen in de Wet excessief lenen tot wijzigingen in de kleine ondernemersregeling. Ook op internationaal gebied wijzigt er het een en ander in het Belastingplan 2024. Wij zetten de belangrijkste wijzigingen voor u als internationaal opererende ondernemer op een rij. Aanpassingen excessief lenen Met ingang van 2023 is het bovenmatig lenen bij de eigen bv aan banden gelegd. Door geld te lenen van de eigen vennootschap was het voor aanmerkelijkbelanghouders mogelijk om belastingheffing in box 2 uit te stellen. Met ingang van 2023 geldt dat bij leningen van meer dan € 700.000 bij de eigen bv, het bedrag boven die € 700.000 (de excessieve lening) belast wordt in box 2. Als u als aanmerkelijkbelanghouder emigreert, wordt u geacht het aanmerkelijk belang fictief te hebben vervreemd. Over het verschil tussen de werkelijke waarde van de aandelen en de verkrijgingsprijs, bent u dan aanmerkelijkbelangheffing in box 2 verschuldigd op het moment van emigratie. Deze heffing hoeft u als dga (nog) niet te betalen. Hiervoor wordt namelijk een conserverende aanslag opgelegd met uitstel van betaling. Een ongewenste uitkomst die nu wordt gerepareerd, ziet op de situatie dat de conserverende aanslag wordt ingevorderd op het moment dat de aanmerkelijkbelanghouder na emigratie excessief leent van een nieuwe, in het buitenland gevestigde vennootschap. Aanpassing kleineondernemersregeling Per 1 januari 2025 wordt de Richtlijn kleineondernemersregeling (KOR) geïmplementeerd. Hiermee wordt het voor kleine ondernemers met activiteiten in een andere lidstaat dan waar zij gevestigd zijn, mogelijk om de KOR van die andere lidstaat toe te passen. Wel geldt hiervoor – naast de nationale drempel in de lidstaat – een Unie-omzetdrempel van € 100.000. De Nederlandse regeling zal op bepaalde onderdelen worden aangepast om deze beter aan te laten sluiten bij de nieuwe Europese regeling. Zo komt bijvoorbeeld de minimale toepassingsperiode van drie jaar te vervallen. Wel blijft de opzeggingstermijn van vier weken voorafgaand aan het belastingtijdvak van toepassing. Implementatie Richtlijn betalingsdienstaanbieders Dankzij de Wet implementatie Richtlijn betalingsdienstaanbieders krijgt de Belastingdienst vanaf 1 januari 2024 uitgebreidere controlemogelijkheden. De Belastingdienst mag gebruikmaken van gegevens van grensoverschrijdende betalingen. Het gaat hier specifiek om betalingen door een consument aan een verkoper in een andere EU-lidstaat of buiten de EU. De EU ontwikkelt een centraal systeem voor het verzamelen en uitwisselen van betaalgegevens door de lidstaten van de EU (CESOP). Fraude-experts van de lidstaten zullen deze verzamelde betalingsgegevens analyseren. De bevindingen worden uitgewisseld met de lidstaten en kunnen ondersteunen bij fraudebestrijding op btwgebied. Wijziging plaats van virtuele diensten omzetbelasting Met ingang van 1 januari 2025 is de btw voor grensoverschrijdende virtuele diensten verschuldigd in de lidstaat waar de afnemer van de dienst is gevestigd. Dit wordt aangeduid als de ’lidstaat van verbruik’. Deze regelwijziging betreft diverse diensten, waaronder culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve en vermakelijkheidsdiensten. Herstel reguliere navorderingstermijn Douane Onder de huidige douanewetgeving is de standaardtermijn voor het navorderen van douanerechten drie jaar, met de mogelijkheid van een verlengde termijn van vijf jaar in specifieke gevallen (strafbare feiten). Tot voor kort hanteerde de Douane echter vaak de verlengde termijn bij elke geconstateerde fout in de douaneaangifte. Dit leidde ertoe dat

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5