Miljoenennota 2026

Werkelijk rendement box 3: vanaf 2028, lager heffingsvrij vermogen en einde groen beleggen Tot 2028 blijft de belasting in box 3 gebaseerd op een fictief rendement. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze methode mogelijk in strijd is met het eigendomsrecht. Vanaf 2028 wordt daarom het werkelijke rendement belast. Tot die tijd worden enkele aanpassingen doorgevoerd in het forfaitaire systeem. Per 1 januari 2026 daalt het heffingsvrij vermogen van € 57.684 naar € 51.396 per belastingplichtige. Voor fiscale partners daalt dit van € 115.368 naar € 102.792. Het forfaitair rendement op overige bezittingen stijgt van 5,88% (2025) naar 7,78% (2026). Deze stijging is grotendeels budgettair gemotiveerd. Let op! De verhoging geldt niet alleen voor onroerende zaken, maar voor alle overige bezittingen, zoals aandelen, obligaties en vorderingen. Tip! Was uw werkelijke rendement in eerdere jaren lager dan het forfaitaire rendement? Dien dan een opgaaf werkelijk rendement (OWR) in. Vraag uw adviseur of dit belastingvoordeel oplevert. Reparatie tegenbewijsregeling box 3 voorkomt heffingslek Als belastingplichtige kunt u tot 1 januari 2028 jaarlijks kiezen tussen twee methoden voor de heffing van inkomstenbelasting over het vermogen in box 3. U kiest het forfaitaire stelsel met vaste percentages of de tegenbewijsregeling. In die laatste telt het werkelijke rendement over het vermogen in het betreffende jaar. Dit is gunstig wanneer uw werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. In de tegenbewijsregeling wordt een heffingslek gerepareerd. U kunt als belastingplichtige uw belastingdruk verlagen door obligaties met aangegroeide rente te kopen. Deze obligaties keren de rente pas uit in het opvolgende jaar. Het werkelijke rendement op de obligaties is hierdoor in het aankoopjaar negatief en wordt niet belast. In het opvolgende jaar wordt dan gekozen voor het forfaitaire stelsel, zodat het forfaitaire rendement maximaal wordt belast. Dit lek wordt gerepareerd door de obligaties aan het begin én einde van het jaar te waarderen op de werkelijke waarde (inclusief rente). Hiermee wordt het heffingslek afgedicht, dat in 2025 naar verwachting een gemiste opbrengst van circa € 100 miljoen veroorzaakt. Tip! Dit geldt alleen voor obligaties die u na 25 augustus 2025 koopt. Voor eerder aangekochte obligaties geldt het overgangsrecht. Let op! De maatregel geldt niet alleen voor obligaties, maar ook voor ander box 3-vermogen met korte termijnen, zoals vorderingen. Banktegoeden zijn uitgezonderd. Aanpassingen leegwaarderatio Woningen die niet uw eigen woning zijn, worden in box 3 belast op basis van de WOZwaarde. Verhuurt u de woning aan iemand met huurbescherming, dan ligt de verkoopwaarde van de woning vaak lager. In dat geval kunt u de leegwaarderatio toepassen: een korting op de WOZ-waarde, afhankelijk van de hoogte van de huur. Hierdoor betaalt u minder belasting. Een vergelijkbare regeling geldt ook voor de schenk- en erfbelasting bij een verhuurde woning. De leegwaarderatio wordt vanaf 2026 in de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting aangepast. Heffing over de werkelijke waarde wordt mogelijk als die 10% of meer afwijkt van de waarde volgens de leegwaarderatio. Ook geldt de leegwaarderatio niet meer bij onzakelijk handelende gelieerde partijen, zoals familieleden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQ1MTc5