Einde pensioen in eigen beheer! Wat moet u nu doen?

Vanaf 1 januari 2017 zal het naar alle waarschijnlijkheid voor de dga niet meer mogelijk zijn pensioen in eigen beheer op te bouwen. De dga kan vanaf dat moment alleen nog nieuwe pensioenrechten opbouwen bij een professionele partij.

Waarom afgeschaft?

Voor uw pensioen in eigen beheer is op de balans van de bv een voorziening gevormd. De hoogte van deze voorziening is gebonden aan fiscale regels. Deze voorziening noemen we fiscale waarde. Daarnaast kennen we ook een commerciële waarde van het pensioen. Dat is een indicatie van hoeveel het pensioen echt waard is. Deze waarde wijkt af van de fiscale waarde en is soms wel twee tot drie keer zo hoog. Door die afwijking is het voor veel dga’s lastig om dividend uit te keren. Ook bij echtscheiding kan men in problemen komen als het deel van de pensioenvoorziening van de ex-partner tegen commerciële waarde moet worden verdeeld. Als “oplossing” voor deze knelpunten heeft het kabinet er nu voor gekozen om per 1 januari 2017 te stoppen met de opbouw van pensioen in eigen beheer.

Let op!

De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met het wetsvoorstel van het kabinet. Wat betekent het voor u dat het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft en met welke praktische zaken moet u rekening houden?

Al opgebouwde pensioenrechten

U kunt er voor kiezen om niets te doen, oftewel uw pensioen in eigen beheer te laten staan. De huidige regels blijven dan gelden. Er kan echter vanaf 1 januari 2017 geen verdere opbouw aan het eigenbeheerpensioen meer plaatsvinden. Het pensioen wordt premievrij gemaakt. Het verschil tussen de commerciële en fiscale waarde van uw pensioenaanspraak blijft bestaan. Op de pensioeningangsdatum zal uw bv de pensioenreservering aan u uitkeren, zoals dit is vastgelegd in de pensioen-overeenkomst tussen u en de bv.

Let op!

Houdt u het pensioen in eigen beheer in stand, pas dan extra op met dividenduitkeringen. Een dividenduitkering is namelijk pas mogelijk als er voldoende vermogen in uw bv is en blijft voor de dekking van het pensioen. Om dit de bepalen moet u niet uitgaan van de fiscale waarde van de pensioenverplichting, maar van de commerciële waarde.

Naast dat u uw pensioen in eigen beheer ongewijzigd kunt laten, worden er in het wetsvoorstel twee faciliteiten voorgesteld: het afkopen van het pensioen en het omzetten van het pensioen in een oudedagsverplichting.

Afkopen van het pensioen

U kunt het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer fiscaalvriendelijk met een belastingkorting afkopen. Daarbij wordt uw pensioenaanspraak zonder fiscale gevolgen afgestempeld naar de fiscale (balans)waarde. Hierdoor verdwijnt het verschil tussen commerciële en fiscale waarde. De afgestempelde pensioenaanspraak kunt u vervolgens fiscaal vriendelijk met een belastingkorting afkopen. Deze korting geldt slechts gedurende drie jaar en wordt maximaal verleend over de fiscale (balans)waarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015. Over de waardestijgingen na die datum wordt geen korting verleend.

Belastingkorting

In 2017 geldt een belastingkorting  van 34,5%. Ook in 2018 en 2019 kan worden afgekocht, maar dan geldt een lager vrijstellingspercentage van 25% respectievelijk 19,5%.

Let op!

Afkoop in 2017 lijkt gunstiger dan in de latere jaren. Bij afkoop moet echter wel daadwerkelijk worden afgerekend met de Belastingdienst en dus loonbelasting worden betaald. Als dit geld niet beschikbaar is, is afkoop daarom niet mogelijk. Overigens kan de betaling wel zo ver mogelijk worden uitgesteld: door de afkoop pas eind 2017 te laten plaatsvinden, kan betaling van de loonbelasting worden doorgeschoven naar januari 2018.

Na afkoop wordt de afkoopsom (na aftrek van de loonbelasting) aan de dga uitgekeerd of schuldig gebleven. Bij het maken van de keuze tussen wel of geen afkoop moet daarom ook rekening gehouden worden met de inkomsten-belastingheffing over dit privévermogen. Zolang het pensioen niet is afgekocht, wordt namelijk geen inkomstenbelasting geheven over de waarde van de pensioenaanspraken. Inkomstenbelasting wordt dan pas geheven over de daadwerkelijke (toekomstige) pensioenuitkeringen.

Nabestaandenpensioen

Er is echter een nog veel groter latent probleem aanwezig bij de afkoop van het pensioen. Vaak bevat het pensioen van de dga namelijk ook een zogenoemd nabestaandenpensioen. Afkoop is in deze gevallen alleen mogelijk als de partner toestemming geeft. Deze toestemming is niet zonder meer vanzelfsprekend. De partner moet namelijk zijn of haar rechten prijsgeven en wordt daarvoor niet automatisch gecompenseerd. Weliswaar kan de partner meeprofiteren van een hoger (dividend)inkomen, maar medewerking van de partner is niet gegarandeerd.

Let op!

Als de dga ooit is gescheiden, is er vaak ook een ex-partner die medegerechtigd is tot een deel van de pensioenaanspraken. Afkoop is ook in deze gevallen alleen mogelijk als de ex-partner meewerkt. Die medewerking zal waarschijnlijk niet heel soepel verlopen en de ex-partner zal vaak financieel gecompenseerd willen worden. De staatssecretaris van Financiën laat al weten dat deze compensatie op dat moment geen schenking vormt.

Omvormen pensioen in een oudedagspotje

U kunt uw opgebouwde pensioen in eigen beheer omzetten in een oudedagsverplichting. Ook dan vindt eerst zonder fiscale gevolgen de afstempeling van de pensioenafspraak plaats naar fiscale (balans)waarde. Deze afgestempelde pensioenafspraak wordt vervolgens omgezet in een spaarverplichting voor de oude dag.

Tip

Deze faciliteit komt bijvoorbeeld in beeld als er onvoldoende geld is om de loonbelasting bij afkoop te betalen. Ook als er weinig of geen pensioen is opgebouwd, kan deze faciliteit een optie zijn.

Het oudedagspotje mag tot pensioendatum worden opgerent tegen de marktrente. Vervolgens wordt bij het bereiken van de pensioendatum gedurende twintig jaren een gelijk bedrag uitgekeerd, waarna het oudedagspotje uiteindelijk leeg zal zijn. In deze variant blijft dus geld beschikbaar binnen de onderneming waarvan uiteindelijk ook een oudedagsuitkering kan worden gedaan.

Let op!

Ook bij deze faciliteit geldt dat de (ex)partner moet meewerken aangezien ook hier de pensioenaanspraken worden prijsgegeven.

Het zal bepaald niet eenvoudig zijn te bepalen wat voor u het voordeligste is. Bovendien is het daarna dan ook nog de vraag of uw keuze (financieel en qua medewerking van de partner) wel mogelijk is. Als dga moet u zich hierover goed laten adviseren. Dit geldt zeker ook voor de partner.