NIEUWSBERICHTEN

Verplicht vakantietoeslag over overwerkuren

Vanaf 1 januari 2018 bent u verplicht om overwerk dat u uitbetaalt met 8% vakantietoeslag te verhogen (tenzij een cao anders heeft bepaald). Ook over overuren uit 2017 of daarvoor die u in 2018 uitbetaalt, moet u vakantietoeslag betalen. Wilt u dit niet, dan moet u uw werknemers deze uren op laten nemen. Dit mag ook ná 1 januari 2018. Worden de uren niet op tijd opgenomen, dan moet u deze alsnog uitbetalen inclusief vakantietoeslag. De regels gelden ook als uw werknemer in deeltijd werkt en extra uren maakt.

Belastingvrij schenken in 2018

Met schenken kunt u alvast iets van uw vermogen overdragen aan de volgende generatie. Bovendien is schenken bij leven, zeker als dit geleidelijk gebeurt, vaak fiscaal voordeliger dan vererven bij overlijden. Door jaarlijks bijvoorbeeld een bedrag te schenken aan uw kinderen, wordt uw vermogen kleiner zodat, mocht u komen te overlijden, uw kinderen straks minder erfbelasting betalen. Maakt u optimaal gebruik van de vrijstellingen dan hoeft er in ieder geval geen schenkbelasting te worden betaald. In 2018 gelden de volgende schenkingsvrijstellingen:

Kinderen   € 5.363
Kinderen 18-40 jaar (eenmalig)   € 25.731
Kinderen 18-40 (eenmalig) indien schenking wordt aangewend voor een dure studie   € 53.602
Verkrijgers 18-40 jaar (eenmalig) indien schenking wordt aangewend voor de eigen woning  € 100.800
Overige verkrijgers  € 2.147

Oudedagsreserve ietsje omlaag

Maakt u als ondernemer gebruik van de oudedagsreserve, dan kunt u dit jaar iets minder van de door u behaalde winst toevoegen aan deze reserve. Zowel het percentage als het maximumbedrag zijn voor 2018 iets omlaag gegaan.

De oudedagsreserve is een speciale fiscale faciliteit voor de ondernemer in de inkomstenbelasting om te sparen voor de oude dag. Voldoet u aan het urencriterium en heeft u aan het begin van het jaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt, dan mag u een deel van de winst toevoegen aan de oudedagsreserve. U betaalt over dit deel dan nog geen inkomstenbelasting. In 2018 bedraagt de toevoeging aan de oudedagsreserve 9,44% (2017: 9,8%) van de winst, met een maximum van € 8.775 (2017: € 8.946). De oudedagsreserve mag in principe niet meer bedragen dan het ondernemingsvermogen.

De toevoeging aan de reserve wordt verminderd met eventuele pensioenpremies (bij verplichte deelname aan een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling) die van de winst worden afgetrokken. U kunt overigens deze pensioenpremies alleen in aanmerking nemen bij het bepalen van de winst als de premies binnen de fiscale begrenzingen blijven.

Tijdelijke verlaging van de WBSO

Het voordeelpercentage van de tweede schijf van de WBSO is voor 2018 tijdelijk omlaag gegaan van 16% naar 14%. De verlaging geldt alleen voor de tweede schijf. Om het gebruik van de WBSO door het mkb zoveel mogelijk te blijven stimuleren, blijft het percentage van de eerste schijf gehandhaafd op 32%.

In 2018 is de S&O-afdrachtvermindering als volgt:

  • Eerste schijf: 32% (40% voor starters) van de totaal gemaakte loonkosten en de overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk voor zover deze niet meer bedragen dan € 350.000.
  • Tweede schijf: 14% over het meerdere.

De S&O-aftrek voor de ondernemer bedraagt in 2018 € 12.623. Voor startende ondernemers geldt een extra S&O-aftrek van € 6.315.

Hoeveel bedraagt het gebruikelijk loon voor de dga en startup in 2018?

Bent u dga? Dan bedraagt het vaste bedrag in de gebruikelijkloonregeling voor u en uw partner dit jaar € 45.000. Dit is hetzelfde bedrag als in 2017.

Dga’s kunnen het gebruikelijk loon in 2018 onder voorwaarden lager vaststellen dan € 45.000. Er geldt namelijk een tegenbewijsregeling voor de hoofdregel dat het loon van een dga het hoogste van de volgende bedragen bedraagt:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • het hoogste loon van de overige werknemers van de bv of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
  • € 45.000.

Wordt uw bv voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering als starter aangemerkt? Dan mag u uw gebruikelijk loon vaststellen op het wettelijk minimumloon. U kunt deze startupregeling maximaal drie jaar toepassen.

Ook na uitkering is afstorten oudedagsverplichting in lijfrente mogelijk

Heeft u er als dga voor gekozen om uw reeds in eigen beheer opgebouwde pensioen om te zetten in een oudedagsverplichting, dan mag u deze oudedagsverplichting ook gebruiken voor een lijfrente bij een bancaire instelling of een verzekeringsmaatschappij. Die mogelijkheid is er ook als de uitkeringsfase al is gestart.

Tot voor kort was de regel dat de oudedagsverplichting (ODV) niet meer mag worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrente, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht, zodra u of uw erfgenamen uitkeringen hieruit ontvangen. Die hoofdregel is nu versoepeld. Ook als er al uitkeringen zijn gedaan, mag de ODV nog worden omgezet in een lijfrente.

Daarbij gelden wel de volgende twee voorwaarden:

  1. De volledige waarde van de ODV-aanspraken moet worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrente, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht.
  2. Voor de omzetting van ODV naar lijfrente moet u een verzoek indienen bij de Belastinginspecteur en relevante stukken aanleveren.

Let op!

Zijn er onvoldoende financiële middelen beschikbaar om de ODV af te storten in een lijfrente dan gelden er aanvullende voorwaarden. Wij kunnen u hier meer over vertellen.