Bron: SRA – Publicatiedatum: 02-01-2019

Ook de Eerste Kamer heeft het Belastingplan voor volgend jaar goedgekeurd. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor u als ondernemer?

Daling tarief box 1

Bent u belastingplichtig voor de inkomstenbelasting? Het tarief in box 1 voor de tweede en derde schijf daalt met 2,75% punt van 40,85% naar 38,1%. De andere tarieven in box 1 wijzigen gering.

Verhoging heffingskortingen

De algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting worden verhoogd. De arbeidskorting wordt wel sneller afgebouwd. Hierdoor kan men tot een inkomen van ongeveer € 41.000 nog een voordeel tegemoet zien. Van de inkomensafhankelijke combinatiekorting vervalt het basisbedrag, waardoor de korting lager uitvalt voor lagere inkomens tot ongeveer € 25.000.

Verhoging btw-tarief

Fiscale wijzigingen voor de ondernemer

Het lage btw-tarief stijgt van 6% naar 9%. Met name levensmiddelen worden hierdoor zwaarder belast. Maar onder andere ook de horeca, kapper, bloemen en boeken worden door de tariefstijging getroffen.

Aardgas duurder

De belasting op aardgas gaat omhoog met 3 cent per kubieke meter, elektra wordt 0,72 cent per kWh goedkoper. Het vaste bedrag aan korting op de energiebelasting gaat met ongeveer met € 50 omlaag.

Meer bijtelling dure elektrische auto

De bijtelling voor elektrische auto’s blijft 4%, maar slechts tot een cataloguswaarde van € 50.000. Daarboven gaat over het meerdere de normale bijtelling van 22% gelden. Voor auto’s die vóór 2019 op kenteken zijn gezet, geldt een overgangsregeling van 60 maanden.

Vennootschapsbelasting

Het tarief van de eerste schijf tot € 200.000 in de vennootschapsbelasting daalt van 20% naar 19%. Het tarief van de tweede schijf voor de winst boven € 200.000 blijft gelijk. De komende jaren zal het tarief nog verder dalen.

Beperking afschrijven gebouwen

Bedrijven waarvan de winst wordt belast in de vennootschapsbelasting, mogen vanaf 2019 nog maar afschrijven tot 100% van de WOZ-waarde. Dit was al zo voor panden die niet in eigen gebruik waren, maar vanaf 2019 gaat deze grens ook gelden voor panden die wel in eigen gebruik zijn (voorheen was dit 50% voor panden in eigen gebruik). Dat betekent mogelijk minder afschrijving en dus een hogere winst. Een kritische blik op de WOZ-beschikking van 2019 kan daarom geen kwaad.

Ook is het wellicht mogelijk een voorziening te treffen voor toekomstig onderhoud. Er geldt nog wel een overgangsregeling: als een pand vóór 2019 in (eigen) gebruik is genomen, mag nog maximaal 3 jaar worden afgeschreven volgens de oude regels, ook als daarmee de grens van 100% wordt doorbroken.