Bron: SRA – Publicatiedatum: 01-05-2020

Steeds meer Nederlanders wonen formeel met een samenlevingscontract samen of informeel, zonder dat zij samen formeel iets geregeld hebben. Welke regels gelden er voor beide groepen samenlevers?

Geen eigen wettelijke regels

Stel

Gek genoeg staan er geen regels in het Burgerlijk Wetboek die specifiek zijn geschreven voor deze grote groep mensen. Het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden uitgebreid in de wet geregeld. De wet kent echter geen regeling voor samenlevers. Dit betekent dat samenlevers dienen terug te vallen op het algemene contractenrecht en overige leerstukken, zoals onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking, de natuurlijke verbintenis en redelijkheid en billijkheid. Dit is wetgeving die zeker niet specifiek geschreven is voor mensen die een affectieve relatie hebben of hadden.

Regels voor gehuwden gelden niet

De wetgeving die wel specifiek is geschreven voor mensen die een affectieve relatie hebben of hadden, is niet een op een toepasbaar op samenlevers. Samenlevers kunnen namelijk niet gelijkgesteld worden aan gehuwden of geregistreerde partners. Dit heeft de Hoge Raad in mei 2019 nog eens duidelijk gemaakt.

Stappenschema

De Hoge Raad heeft op 10 mei 2019 laten weten op welke wijze gehandeld dient te worden wanneer het gaat om ongehuwde samenlevers.

1. Allereerst dient bekeken te worden of de samenlevers samen afspraken hebben gemaakt. Volgens de Hoge Raad kan dit op drie manieren:

  • formeel en expliciet (in vorm van bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst);
  • informeel/impliciet (mondelinge of schriftelijke afspraken tussen partijen);
  • stilzwijgend (op basis van gedragingen van partijen tijdens hun relatie).

2. Indien er (over een bepaald onderwerp) geen afspraken zijn gemaakt tussen partijen, dan dient bekeken te worden of er op basis van de wet nog iets gevorderd kan worden van de ander, te denken valt aan leerstukken zoals:

  • ongerechtvaardigde verrijking (waarbij de een ten koste van de ander is verrijkt en de ander dus is verarmd);
  • onverschuldigde betaling (waarbij een betaling wordt teruggevorderd die is gedaan aan de ander die niet verschuldigd was aan die ander);
  • onrechtmatige daad (wanneer de een jegens de ander onrechtmatig heeft gehandeld);
  • natuurlijke verbintenis (terugvordering is niet meer mogelijk als de betaling het gevolg is van een dringende morele verplichting).

3. Indien de – al dan niet gemaakte afspraken – geen soelaas bieden en de wet evenmin, dient bezien te worden in hoeverre teruggevallen kan worden op de redelijkheid en billijkheid. Eerder was nog onzeker of de redelijkheid en billijkheid een zelfstandige grondslag kon zijn. Nu heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt dat dit wel degelijk het geval kan zijn. Dit is mogelijk onder bijzondere omstandigheden. Wat die bijzondere omstandigheden precies zijn, heeft de Hoge Raad nog niet duidelijk gemaakt. Aangenomen dient wel te worden dat dat niet snel het geval zal zijn. Wel is duidelijk dat dit zowel mogelijk is als er een samenlevingsovereenkomst is, als wanneer die overeenkomst er niet is.

Gevolgen?

Wanneer een samenlever in een juridische procedure verwikkeld raakt met zijn ex-partner, ligt het voor een groot deel aan hetgeen gesteld wordt in die procedure of de geschillen bewezen of ontkracht kunnen worden. Hoewel de Hoge Raad nu duidelijkheid heeft gegeven, is er ook nog veel onduidelijkheid. Er bestaat nog steeds grote behoefte aan wetgeving op dit vlak.

Tip!Voorkom zoveel mogelijk onzekerheid en bewijsproblemen en maak afspraken in een (notarieel) samenlevingscontract.